- Het aantal vrouwelijke uitvinders in Europa blijft achter bij andere regio’s.
- Landen als Letland (30,6%), Portugal (26,8%), Kroatië (25,8%), Spanje (23,2%) en Litouwen (21,4%) lopen binnen Europa echter voorop op het gebied van gendergelijkheid.
- De laagste WIR-niveaus zijn te vinden in Oostenrijk (8,0%), Duitsland (10,0%) en Nederland (11,9%), hoewel deze landen in de top 10 van octrooiaanvragen bij het Europees Octrooibureau staan.
De Women Inventor Rate (WIR) in Europa blijft achter bij andere regio’s, met een WIR van 13% in 2019 vergeleken met 26,8% in China en 28,3% in Zuid-Korea. Landen als Letland (30,6%), Portugal (26,8%), Kroatië (25,8%), Spanje (23,2%) en Litouwen (21,4%) lopen binnen Europa echter voorop op het gebied van gendergelijkheid. Deze beslissingen zijn afkomstig van het meest recente Europees Octrooibureau (EOB). Rapport.
Het veld chemie heeft 22% meer WIR, waarbij vrouwen liever werken in de biotechnologie en farmaceutica. De ongelijkheid in patentpercentages maakt selectie moeilijk voor vrouwen in STEM-gebieden, waardoor ze uit onderzoeksbanen en functies op hoog niveau worden gefilterd. Vrouwen worden ook minder snel genoemd als auteurs in wetenschappelijke publicaties. Universiteiten en openbare onderzoeksorganisaties (PRO’s) hebben een hoger aandeel patenten van vrouwen (19,4%) in vergelijking met particuliere instellingen (10%), wat mogelijk te wijten is aan minder gendervooroordelen. Het dichten van de octrooikloof zal leiden tot nieuwe innovaties gericht op de behoeften van vrouwen en het verhogen van het inkomen van vrouwelijke onderzoekers.
Letland loopt voorop op het gebied van Europese gendergelijkheid
Van de Europese landen valt Letland op met de hoogste WIR van 30,6%, gevolgd door Portugal (26,8%), Kroatië (25,8%), Spanje (23,2%) en Litouwen (21,4%). Deze landen stellen de norm voor gendergelijkheid in Europa, hoewel er nog veel werk aan de winkel is om gelijkheid op het hele continent te bereiken. De laagste WIR-niveaus worden waargenomen in Oostenrijk (8,0%), Duitsland (10,0%) en Nederland (11,9%), hoewel deze landen tot de top 10 van octrooiaanvragen bij het Europees Octrooibureau behoren.
In vergelijking met andere regio’s is de WIR van Europa laag. De Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (WIPO) voorspelt dat in Noord-Amerika in 2055 gendergelijkheid op het gebied van patenten, in Azië in 2056 en in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied in 2068 zal zijn bereikt. Europa en Oceanië blijven echter achter, waarbij pas in 2088 pariteit wordt verwacht.
Scheikunde: een voorkeursgebied voor vrouwelijke uitvinders
Scheikunde is het technische vakgebied met de hoogste WIR met 22%, meer dan vier keer zoveel als werktuigbouwkunde, die de laagste WIR heeft met 5,2%. Het EOB-rapport suggereert dat deze ongelijkheid te wijten kan zijn aan factoren zoals de opleidingsvoorkeuren van vrouwen voor scheikunde en biowetenschappen, evenals verschillen in arbeidsomstandigheden in verschillende sectoren en hun impact op het evenwicht tussen werk en gezin.
In de chemie dienen vrouwen de meeste patenten in biotechnologie en farmaceutica in, met WIR-waarden van meer dan 30%. Deze voorkeur geeft aan dat vrouwelijke innovators meer bereid zijn om bij te dragen aan innovaties op gebieden die een directe impact hebben op de gezondheid en het welzijn van de mens.
Uitdagingen voor vrouwen in STEM en octrooiering
De lage deelname van vrouwen aan patenten kan grotendeels worden toegeschreven aan het feit dat ze te maken krijgen met strengere selectieprocessen in STEM-gebieden. Deze selectiebias houdt vrouwelijke STEM-afgestudeerden weg van onderzoeksbanen en posities op hoog niveau, waardoor ze hun uitvindingen niet kunnen patenteren. Uit gegevens blijkt dat vrouwelijke academici ondanks vergelijkbare wetenschappelijke productiviteit 40% minder octrooiaanvragen indienen dan mannelijke.
Als het gaat om ontdekkingen beschreven en gepatenteerd in wetenschappelijke publicaties, worden vrouwen minder vaak genoemd als auteurs van publicaties dan hun mannelijke co-auteurs. Deze ongelijkheid benadrukt de behoefte aan een meer rechtvaardige erkenning van de bijdragen van vrouwen op STEM-gebieden.
Universiteiten en openbare onderzoeksinstituten: een meer gastvrije omgeving
Universiteiten en openbare onderzoeksorganisaties (PRO’s) vertegenwoordigen een aanzienlijk deel van de vrouwelijke octrooihouders met 19,4% vergeleken met 10% van de particuliere instellingen. Dit suggereert dat de grotere rol van universiteiten en PRO’s bij het patenteren verband houdt met een groter aandeel vrouwelijke patenten. Het EOB-rapport schrijft dit toe aan de voorkeur van vrouwen voor werken in universiteiten en PRO’s, die minder gendergebonden arbeids- en sociale omstandigheden bieden dan start-ups en bedrijven in de particuliere sector.
Het belang van het dichten van de innovatiekloof tussen mannen en vrouwen
Onderzoek toont aan dat patenten van vrouwen eerder gericht zijn op gezondheidskwesties die specifiek zijn voor vrouwen, terwijl patenten van mannen eerder gericht zijn op problemen die specifiek zijn voor mannen. Door de octrooikloof te dichten, kan de samenleving daarom profiteren van een breder scala aan producten, medicijnen en diensten die zijn ontworpen voor vrouwen. Met name voor vrouwen leidt de patentkloof tot lagere inkomsten, omdat de inkomsten van onderzoekers sterk gecorreleerd zijn met hun bijdragen aan patenten.
‘Webgeek. Wannabe-denker. Lezer. Freelance reisevangelist. Liefhebber van popcultuur. Gecertificeerde muziekwetenschapper.’